Het begint er steeds meer op begint te lijken dat we per 1 januari 2023 met de Omgevingswet gaan werken.
In een blogserie zal ik steeds een facet van de Omgevingswet belichten.
In deze blog ga ik een beetje neuzelen over de woorden en hun betekenis.
De omgevingswet brengt alle bestaande regelingen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving bij elkaar.
De vraag die dit bij mij oproept is: wat is ‘fysieke leefomgeving’?
Fysiek
Bij dit soort vragen loop ik altijd even naar de boekenkast. Daarin staat een oude Van Dale uit 1992. Deze verklaart ‘fysiek’ (1) als bijvoeglijk naamwoord met: van, betreffende de natuur ‘fysieke oorzaken, dat is fysiek onmogelijk’ maar ook lichamelijk: ‘zijn fysieke krachten’ of in juridische zin om een ‘fysiek persoon’ te onderscheiden van een rechtspersoon (een juridische entiteit).
Omschrijving (2) verwijst naar de natuurlijke gesteldheid van iemands lichaam, zijn lichamelijke eigenschappen en krachten: ‘een ijzersterk fysiek’.
De online Van Dale (2020) is minder stereotype en omschrijft fysiek als (1) ‘de stoffelijke natuur, het lichaam betreffend’ of ‘in werkelijkheid bestaand’ dan wel (2) als ‘de natuurlijke gesteldheid van het lichaam’.
Persoonlijk associeer ik het woord ‘fysiek’ vooral met de natuurlijke gesteldheid van het lichaam (de mens) en met de tastbaarheid van het lichaam.
Leefomgeving
Voor ‘leefomgeving’ hebben zowel de oude als de online Van Dale geen definitie. Het is een samengesteld woord uit ‘leef’ en ‘omgeving’. Leef klinkt gebiedend: leef! Omgeving kan dicht bij zijn, maar ook heel uitgestrekt.
Vreemde woordcombinatie
Je kunt leefomgeving (in combinatie met fysiek) zowel opvatten als de omgeving waarin de mens leeft of de omgeving waarin leven is. In het eerste geval bekijken we de omgeving vanuit de mens (wat gebeurt er in de leefomgeving dat effect heeft op de mens), in het tweede geval ga je meer uit van de invloed van de mens op de leefomgeving (welke gedraging van de mens heeft welk effect op de diens leefomgeving).
Fysieke leefomgeving vind ik dus een beetje een vreemde woordcombinatie. De in werkelijkheid bestaande, tastbare leefomgeving? Welke kant kijken we op, vanuit de mens naar de omgeving, of vanuit de omgeving naar de mens?
Wat zegt de wet?
Volgens de wet omvat de fysieke leefomgeving in ieder geval bouwwerken, infrastructuur, watersystemen, water, bodem, lucht, landschappen, natuur, cultureel erfgoed, werelderfgoed. Het menselijk lichaam, ijzersterk of niet, komt er niet aan te pas. Deze omschrijving gaat uit van wat de mens ziet als hij of zij om zich heen kijkt of wat tastbaar is. Alhoewel, is de lucht tastbaar? Tot waar is de bodem tastbaar? En wat is een watersysteem?
Strikt genomen is deze opsomming onnodig. De fysieke leefomgeving is heel simpel gezegd: alles. Ongeacht of en zo ja in welke mate je het kunt zien, horen, proeven, tasten of beleven. Ongeacht of het al heel oud is of iets is dat in de toekomst kan bestaan.
De wet omschrijft een aantal gevolgen voor de fysieke leefomgeving. Daaronder vallen ook gevolgen voor de mens, maar alleen voor zover deze wordt of kan worden beïnvloed door, of via onderdelen van de fysieke leefomgeving.
Tsja. De mens wordt toch altijd beïnvloed door de fysieke leefomgeving?
Moet het niet zijn: de gevolgen die de mens op de fysieke leefomgeving heeft? Of beter nog: moet de Omgevingswet niet gaan over de ecosystemen als geheel, waar de mens onderdeel van is?
Geen definitie
De wetgever heeft er bewust voor gekozen om het begrip niet te definiëren, maar dit aan de rechtspraak over te laten, omdat dit met het begrip ‘goede ruimtelijke ordening’ ook goed gelukt is.
Dat belooft wat!
Wordt vervolgd…
Caren Schipperus