Mobiliteit droeg in 2021 nog voor 22% bij aan de totale emissie van broeikasgassen in de EU. Door de vervoersbewegingen te verminderen en gebruik te maken van schonere transportmiddelen, kunnen emissies worden teruggedrongen. In augustus 2021 is de Clean Vehicles Directive (CVD), ook wel Europese Richtlijn bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen, in werking getreden.
Het doel van de richtlijn is het bevorderen van het gebruik van schone, energie-efficiënte voertuigen door middel van publieke inkoop.
Regeling
Vanaf 2 augustus 2021 moet elke aanbestedende dienst in nieuwe Europese aanbestedingen voldoen aan de vereisten uit de Richtlijn. De Richtlijn is in Nederland vertaald in de Regeling bevordering schone wegvoertuigen. Deze regeling bepaalt dat een aanbestedende dienst zich bij overheidsopdrachten voor leveringen, moet houden aan het voor Nederland vastgestelde minimumstreefcijfer.
Minimumpercentage
De Regeling verplicht aanbestedende diensten om bij Europese aanbestedingen voor koop, huur of lease van wegvoertuigen, te voldoen aan een minimumpercentage van schone en emissievrije wegvoertuigen. Dit geldt ook voor de inkoop van een aantal diensten waarbij voertuigen worden ingezet zoals pakketvervoer en de vuilnisdienst.
De Regeling geldt uitsluitend voor aanbestedingen boven de Europese drempelwaarden. Deze aanbestedingsgrens verschilt per type organisatie en wordt elke twee jaar opnieuw herzien. Er gelden verschillende minimumpercentages voor verschillende typen voertuigen.
Referentieperioden
De minimumpercentages zijn gekoppeld aan aankopen die binnen referentieperioden worden gedaan: 2 augustus 2021 tot en met 31 december 2025 en 1 januari 2026 tot en met 31 december 2030.
Concreet
Tot en met eind 2025 moeten per aanbestedende dienst ten minste 38,5% schone auto’s en bestelbussen worden aanbesteed. In aanmerking komen emissievrije voertuigen, maar ook schone voertuigen (max 50gr CO2/km en max 80% van de RDE limietwaarden). Van 2026 tot en met 2030 geldt ook een minimumpercentage van 38,5%. Let wel: dan kunnen er alleen nog emissievrije voertuigen worden aanbesteed om aan dit percentage te voldoen.
Tot en met eind 2025 moeten per aanbestedende dienst ten minste 10% schone zware wegvoertuigen (bijvoorbeeld vrachtwagens) worden aanbesteed. Bij schone zware wegvoertuigen gaat het om voertuigen die rijden op alternatieve brandstoffen[1].
Aantal voertuigen
De minimumpercentages worden berekend over het totaal aantal voertuigen dat wordt aangeschaft of wordt ingezet bij diensten die vallen onder de Regeling gedurende de referentieperioden. Ze gelden per categorie (lichte voertuigen, zware voertuigen en bussen). Het is niet mogelijk om tussen de verschillende categorieën voertuigen te compenseren.
Uitzonderingen
De Regeling is niet van toepassing op voertuigen die specifiek gebouwd zijn voor werkzaamheden en niet geschikt zijn voor het vervoer van passagiers of goederen, bijvoorbeeld sneeuwschuivers. Daarnaast is een aantal voertuigen vrijgesteld, indien deze niet breed beschikbaar zijn in de markt, waaronder ambulances en lijkwagens.
Waarde van de opdracht
Indien uw onderneming of organisatie is aan te merken als aanbestedende dienst (of speciale sectorbedrijf), moet gekeken worden naar de waarde van de opdracht. Wanneer de waarde van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan de drempelwaarde, dan moet de opdracht worden aanbesteed.
Wilt u weten of de Regeling op uw onderneming of organisatie van toepassing is? Neem dan gerust contact met mij op, ik zoek het graag voor u uit!
Caren Schipperus
[1] richtlijn 2014/94/EU: elektriciteit, waterstof, biobrandstoffen, aardgas en vloeibaar petroleumgas (LPG) zijn op dit moment aangemerkt als de belangrijkste alternatieve brandstoffen