Na twee eerdere blogs over spuitzones (zie blog 1 en blog 2) is het tijd voor een update. In deze blog bespreek ik concreet actuele jurisprudentie waarin juist wel of juist niet is afgeweken van de vuistregel van 50 meter tussen een agrarische bestemming waar bestrijdingsmiddelen[1] worden toegepast en gevoelige functies zoals wonen. Ik bespreek ook enkele praktijkvoorbeelden van locatiespecifieke onderzoeken of oplossingen. (Hierna volgt blog 4 met meer context over de toelating van stoffen en bestrijdingsmiddelen op de markt.)
Inleiding
Voor wie blog 1 en 2 niet gelezen heeft: uit de wet volgt niet hoeveel afstand er moet worden aangehouden tussen een agrarische activiteit waar bestrijdingsmiddelen aan te pas komen en een gevoelige functie zoals wonen, onderwijs, zorg of recreatie. Spuitzones staan dus niet vaak aangeduid op de verbeeldingen bij omgevingsplannen (voorheen: bestemmingsplan). Bij meer recente omgevingsplannen zijn ze soms wel opgenomen.
Nieuwe functies
Meestal blijkt het bestaan van een spuitzone in de context van een nieuwe woon- of recreatiebestemming in de nabijheid van agrarisch gebied. Projectontwikkelaars die dachten een volledige kavel te kunnen benutten, komen er achter dat dit niet het geval is als op een buurperceel spuitwerkzaamheden plaatsvinden of mogelijk zijn. Het is vaak een vervelende verrassing als men een strook van 50 meter van woon- of tuingebruik moeten uitsluiten.
De andere optie: een spuitzone alsnog op het agrarische perceel leggen, is vragen om zienswijzen en/of nadeelcompensatie (voorheen: planschade). Boeren zullen niet graag hun bestaande rechten op landbouwgrond willen prijsgeven. Niet gek dus dat hier veel over wordt geprocedeerd.
Vuistregel
In omgevingsrechtelijke jurisprudentie is deze formulering van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling”) sinds jaar en dag gangbaar:
“Er bestaan geen wettelijke bepalingen inzake de minimaal aan te houden afstanden tussen boomgaarden waarin met bestrijdingsmiddelen kan worden gespoten en nabijgelegen woningen en daarbij behorende tuinen en andere gevoelige functies. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, onder meer in haar uitspraak van 23 september 2009 in zaak nr. 200900570/1/R2, is toepassing van de vuistregel om een afstand aan te houden van 50 meter tussen gevoelige functies en agrarische bedrijvigheid in de fruitsector waarbij gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, in het algemeen niet onredelijk. In bijzondere gevallen kan onder omstandigheden met een geringere afstand worden volstaan.”[2]
De afstand van 50 meter is[3] ontstaan in relatie tot de fruitsector, maar is inmiddels gangbaar in relatie tot alle agrarische bedrijvigheid waarin bestrijdingsmiddelen kunnen worden toegepast. Om een kleinere spuitzone mogelijk te maken, is een locatiespecifiek onderzoek nodig. Er is op dit moment geen geaccepteerde onderzoeksmethode voorhanden. Iedere initiatiefnemer van een project moet dan ook zelf het wiel uitvinden.
Ontwikkelingen in de rechtspraak[4]
De spuitzone was geregeld onderwerp van geschil bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en bij de bestuursrechter van de rechtbanken. Een greep uit recente uitspraken:
Geen kleinere spuitzone dan 50 meter
Biologische middelen
Agrarische productie onder een SKAL-certificaat biedt geen grondslag om af te wijken van een spuitzone van 50 meter, ook bij biologische teelt wordt gespoten (alleen met andere middelen).[5]
Locatiespecifiek onderzoek onvoldoende
Locatiespecifiek onderzoek onvoldoende om af te wijken van de spuitzone van 50 meter (uitgebreid gemotiveerde uitspraak).[6]
Ontbrekend locatiespecifiek onderzoek in voorgaand plan
Kleinere spuitzone niet geaccepteerd, ontbrekend locatiespecifiek onderzoek. Verwijzing naar voorheen geldend bestemmingsplan (dat woningbouw toeliet) onvoldoende, omdat in dat plan ook geen sprake was van een locatiespecifiek onderzoek.[7]
Bedrijfswoning
Omzetten van een bedrijfswoning naar een burgerwoning binnen 50 meter niet toelaatbaar. Geen deugdelijk locatiespecifiek onderzoek. Aan een bedrijfswoning komt minder bescherming toe.[8]
Wel een kleinere spuitzone toelaatbaar
Struweelhaag
Een struweelhaag van 3 m breed en 2,4 m hoog is als voldoende aangemerkt om de spuitzone te verkleinen naar 30 meter.[9] Uit deze uitspraak kan ik niet afleiden op welk onderzoek (naar de effectiviteit) dit is gebaserd.
Groenblijvende haag, voorwaardelijke verplichting
Een groenblijvende haag als voorwaardelijke verplichting is voldoende geacht, om de spuitzone tussen een woonperceel en een bollenveld te verkleinen naar 20 meter. In de uitspraak wordt verwezen naar onderzoek van het RIVM waaruit geen gezondheidsproblemen naar voren zijn gekomen die samenhangen met het wonen naast bollenteelt en de bevestiging daarvan door het Ctgb.[10] Zie over dit onderwerp mijn 4e blog.
Bestaande woning
Een woning toevoegen in een gebied binnen 50 meter van agrarische activiteiten is acceptabel omdat er al een bestaande woning (op minder dan 50 meter) aanwezig is. Volgens de Afdeling is de bedrijfsvoering van de boer al beperkt omdat als hij gewasbeschermingsmiddelen gebruikt binnen 50 m van het plangebied, klachten vanuit de bestaande woningen reeds mogelijk zijn. Dit is een bijzondere uitspraak. Het is onduidelijk op welke klachten de Afdeling hier doelt en wat het effect van de klachten zou kunnen zijn. [11]
Plattelandswoning
Een plattelandswoning op een kleinere afstand is aanvaardbaar, omdat deze minder bescherming geniet (en er was op kortere afstand van een agrarisch perceel al een burgerwoning aanwezig waarmee de boer al rekening moest houden). Ook bij deze uitspraak is onduidelijk wat dat ‘rekening houden met’ dan inhoudt.[12]
Arbeidsmigranten
Bij een complex bestemd voor arbeidsmigranten is een spuitzone van 10 meter aanvaardbaar, omdat uit locatiespecifiek onderzoek blijkt dat het agrarisch perceel relatief klein is, er al beperkingen zijn op het perceel vanwege een waterschapssloot en er alleen handmatig gespoten kan worden (niet machinaal).[13]
Conclusie naar aanleiding van de rechtspraak
Al met al is de conclusie dat de spuitzone van 50 meter ‘staat als een huis’ en alleen in bijzondere omstandigheden daarvan kan worden afgeweken. Twee uitspraken van de Afdeling staan een kleinere spuitzone toe op basis van groenblijvende hagen. Eén uitspraak laat nieuwe woningen binnen 50 meter toe, als er al een bestaande woning binnen die zone ligt.
De uitspraken waarin groenblijvende hagen zijn geaccepteerd als oplossing zijn opvallend. De locatiespecifieke onderzoeken lijken beperkt van omvang te zijn. De uitspraak waarin een reeds bestaande woning binnen de spuitzone reden moet zijn voor de boer om daar rekening mee te houden, is ook opvallend. Het is onduidelijk wat de Afdeling bedoelt met ‘rekening houden met’.
Locatiespecifiek onderzoek
De laatst besproken uitspraak (arbeidsmigrantenhuisvesting) geeft een indicatie van een bruikbaar locatiespecifiek onderzoek. Zelf ben ik betrokken bij een casus waarin wél sprake was van een agrarische bestemming waarbij gewasbestrijdingsmiddelen toegepast zouden kunnen worden, maar dat feitelijk niet gebeurde. In die casus is locatiespecifiek onderzoek is gedaan naar de aannemelijkheid dat een agrariër ter plaatse van teelt zou veranderen en of dat ook rendabel zou zijn. Een rentmeester is ingeschakeld om het agrarische perceel daarop te beoordelen. Ook is gekeken of de grondsoort geschikt was voor teeltverandering. In combinatie met de uitspraken van de Afdeling (rekening houden met bestaande klachtmogelijkheden vanuit een bestaande woonfunctie) is de conclusie getrokken dat teeltwijziging niet aannemelijk was.
Andere locatiespecifieke oplossingen
In twee andere kwesties ben ik betrokken geweest bij het beëindigen van agrarische functies op een deel van het perceel van de boer en de afkoop van de schade van de boer in dat verband. Nog weer een andere oplossing kan zijn het realiseren van bijvoorbeeld parkeervoorzieningen in de 50-meter zone.
Tot slot
Met deze voorbeelden uit de praktijk kun je je voordeel doen. Heb je meer vragen of kan ik jou hierbij helpen, neem dan gerust contact met mij op.
[1] De middelen worden aangeduid als gewasbeschermingsmiddelen, bestrijdingsmiddelen of pesticiden.
[2] ECLI:NL:RVS:2013:BY8000
[3] Voor zover ik kon nagaan.
[4] Onderzoek op rechtspraak.nl op basis van de zoekwoorden ‘spuitzone’ en ‘gewasbeschermingsmiddelen’ en over de periode 2022 – april 2024.
[5] ECLI:NL:RBGEL:2024:412
[6] ECLI:NL:RBDHA:2024:2054
[7] ECLI:NL:RVS:2023:3710
[8] ECLI:NL:RVS:2024:1599
[9] ECLI:NL:RVS:2022:3160
[10] ECLI:NL:RVS:2023:269
[11] ECLI:NL:RVS:2023:3128
[12] ECLI:NL:RVS:2023:4331
[13] ECLI:NL:RBOVE:2024:2025